27.8.09

De passie uit de Leo Van Hullebuschstraat


Een stel lenzen. Twee camera’s. Een oog voor een sterk beeld. Meer heb je niet nodig voor een mooie foto. Of toch, Louis Wellens (76)?


Toewijding

“Ik draag mijn camera altijd bij me. ’t Is mijn lief he. Een goeie soldaat heeft zijn geweer altijd op zak. Ik schrijf bovendien gemakkelijker een verhaal met mijn lens dan met een pen. Ik teken liever met licht dan dat ik schilder.”


Passie

Hij toont zijn Fiap-kaart, een officiële fotoperskaart en talrijke diploma’s. (fier) “Het is een hobby, maar eigenlijk veel meer dan dat. Ik doe dolgraag mee aan wedstrijden. ’t Is belangrijk voor me dat mensen mijn beelden bekijken en feedback geven. Ik hou ervan om ‘gejureerd’ te worden. ’t Is nochtans heel eenvoudig begonnen allemaal. Ik werd een eeuwigheid geleden geïnspireerd door een vriend van me die een Minolta-toestelletje had. Hij troonde me mee naar de fotoclub en ik was verkocht en verknocht.” Uit zijn archiefkast plukt hij gericht een dia. Of ik de dame op het beeld herken, vraagt Louis. Een brede grijns verschijnt op zijn gezicht. “Juist 18 was ze, en nu nog altijd even knap, vind je niet?” Louis fotografeerde op weergaloze wijze de bloedmooie en toen nog onbekende Veronique De Cock. De rakker.


Prijsbeest

Louis rijgt de awards aan elkaar. Zelfs over de grote plas heeft hij succes. Hij ontving de prestigieuze ‘Five Star Exhibitor’ en de ‘Galaxy Award’, uitgereikt door de Photographic Society of America. Sommige foto’s leveren ook geld op. En één van zijn kleurrijke beelden siert zowaar de internationale Nikon-jaarkalender.


Digitaal of analoog?

“Ik heb een analoog Nikon toestel, de F90x. Maar ik heb ook een nieuw speeltje, de Canon 5D. ’t Zijn allebei beesten van camera’s. De toekomst ligt echt wel bij de digitale fotografie. ’t Is ook beter voor het milieu, je kan je schadelijke donkere kamer sluiten. Ik heb echter nog een computerprobleem om digitaal te kunnen werken: Ik heb geen computer, haha."


Drie gouden tips van Louis

Landschapsfotografie: Gebruik een groothoeklens. Alles moet scherp zijn. En 1 sterk aandachtspunt moet je in het beeld zuigen.

Portretfotografie: Belichting maakt het plaatje. Eén spot achteraan voor dat beetje tegenlicht. En het model moet goed geschminkt zijn he. Mat. Niet glanzend. Vermijd reflecties op iemands gezicht.

Sportfotografie: Snelle sluitertijden leveren haarscherpe beelden. Scherpstellen doe je op een fractie van een seconde. Een beeld moet de actie weergeven.